Os en ezel streden fel,
Bij het wand’len wie toch wel
De allermeeste wijsheid had,
Ieder zei, dat hij ’t bezat.

Sprak de os: ,,Houd je fatsoen,
'k Weet al, wat we kunnen doen,
Koning Leeuw, die vragen wij
Wie het wijst is van ons bei".

Spraken beiden, diep gebogen:
"Strenge vorst, heb mededogen,
Gaarne willen wij hier horen,
Wie van ons is uitverkoren."

’t Osje sprak: "’k Geloof wel Heer,
Wijsheid heb ik veel, veel meer,
Dan dat domme, domme beest,
Dat nooit wijzer is geweest".

Sprak de ezel: "Heer, hoor aan,
’k Ben er heel erg van ontdaan;
Ik ben toch het wijst van al,
'k Weet, dat U ’t ook denken zal".

Eindelijk sprak de Majesteit:
"Domme narren, die gij zijt,
'k Heb nooit eerder in mijn leven,
Dommer dieren raad gegeven".

"Ga naar huis toe, vlug, vlug, vlug,
En keer nimmer meer terug!"
Os en ezel gaapten dom,
En ze kwamen nooit weerom!

Lena Struik
De os en de ezel

Spel voor 4 kinderen uit het Duits vertaald door Lena Struik

delen op Facebookdelen via Twitterdoorsturen per mail