"Wat ben jij plomp en plat!"
Begon de lompe pad
Tot een plompeblad, —
"Zie hoe ik
ik ik ik ik ik —
Groot en dik
Met hoge blik
Over riet en slik
De hele zwik verkwik
Met mijn kwik
gerik - kik - kik - kik - kik!"

Een zonnestraal
Hoort deze taal
Komt even nederstrijken
Om hier eens toe te kijken. . .
Het plompeblad
Op ’t water plat
In donkren grond
Zijn oorsprong vond,
Spreekt warm zijn dank
Met zachten klank:
"Tot u ’k mij richt
Lief zonnelicht!". . .
En vormt uit lange groene steel
Een schone bloeme, rein wit en geel,
Die naar de hemel wijd en zijd
Haar eigen stralend licht verspreidt.
Het padje dat dit ziet
Verstaat dit wonder niet.
Het knort, verstokt van wrok:
"Hoor toch die jokkebrok,
rok - kok - kok - kok - kok!"
Doch ’t zonlicht zengt zijn nek . . .
Nog eenmaal kwekt zijn bek:
"rek - kek - kek - kek - kek!" . . .
Dan kruipt hij stil in ’t riet.

Daniël Udo de Haes
De plomp en de pad

delen op Facebookdelen via Twitterdoorsturen per mail